Manager en moordenaar? Het mysterieuze verleden van de Rotterdammer achter Elvis Presley - Rijnmond

2021-12-27 18:11:55 By : Mr. Danny Dang

Gestommel in het huis van journalist Lammert de Bruin. In de eerste minuten van de podcastserie Het Geheim van Colonel Parker sjouwt hij een doos van zolder, met daarin onder meer een bijbel (“Met in goud de naam van Elvis erin gegraveerd”) en een stukje hek van het landhuis van de Amerikaanse zanger (“Heb je toch een stukje Graceland in huis”).

“Wat is dit nou?”, wil collega Babs weten als er een in plastic verpakte lap stof tevoorschijn komt. “Een gordijn?” “Nee, dat is een dekbedovertrek”, antwoordt Lammert, “waaronder Elvis heeft geslapen.” “Jij ook?”, vraagt Babs, starend naar het lichtblauwe katoen met bloemetjesmotief. “Nee”, roept Lammert, “dat moet je niet aanraken. Want daar zit het dna-zweet van Elvis natuurlijk nog in.”

De rolverdeling voor de podcast is direct duidelijk: Lammert is de grote Elvisfan, met massa's lp's en een verleden als Elvis-imitator. Hij bezit zelfs de roestige machine waarmee de muziekcontracten van de zanger aan elkaar werden geniet. Babs heeft die sentimenten en verzamelwoede niet, al vindt ze Elvis wel ‘a legend’ en ‘een knappe man’.

Kort daarop zet het journalistieke gelegenheidskoppel koers naar het zuiden. In de auto schalt Elvis-muziek uit de speakers: “In the early morning rain. With a dollar in my hand…” De rit eindigt in Breda, de geboortestad van de man die van Elvis Presley ontegenzeglijk The King of Rock and Roll maakte en daar miljoenen dollars aan verdiende.

In Brabant heette hij nog Dries van Kuijk, maar aan de andere kant van de oceaan stelde hij zich voor als Colonel Parker. Terwijl hij helemaal geen kolonel was en het leger verliet met een aanmerking over zijn psychische gesteldheid. Hij stierf in 1997, twintig jaar nadat Elvis Presley, doorgedraaid van de drugs, de laatste adem had uitgeblazen. Wie was deze mysterieuze manager?, willen Babs en Lammert weten. Waarom vertrok hij met de noorderzon naar de Verenigde Staten en koos hij voor een schuilnaam? Ging hij zijn dromen achterna? Of was hij misschien ergens voor op de vlucht?

Het Geheim van Colonel Parker is niet de eerste podcast die Babs en Lammert samen maken. Eerder verschenen al 'De Showbizzmoord' (over de dood van platenproducent Bart van der Laar), 'Mathildes Mysterie' (over het tragische einde van society-diva Mathilde Willink) en 'De Moord op de Indiaan' (over de doodgeschoten crimineel Hans Schonewille). Rode draad in alle producties? Misdaad, dood en verderf, in de meeste gevallen tegen een showbizz-decor.

Speelt dat ook nu een rol? “Zeker”, zegt Babs, “want de manager van Elvis is in verband gebracht met een onopgeloste moord. Dat was op de 23-jarige vrouw van de groenteboer, in 1929 in Breda. Ze werd omgebracht met een klauwhamer en een dag daarna is Dries van Kuijk - toevallig of niet - spoorloos verdwenen. In een anoniem briefje, dat later binnenkwam bij een Brabantse krant, werd geschreven: hij is de dader.”

De podcast over het leven van de al dan niet moordlustige Brabander heeft de vorm van een roadtrip, waarbij de luisteraar niet alleen meereist naar Breda, maar ook naar Amerikaanse steden als Louisville, Memphis en Dallas. Daar ontmoeten de makers onder andere de biografe van Tom Parker, die hem een enge man vond en een potentiële killer. Ook spreken ze de bassist met wie Elvis werkte, zijn tourmanager en de kapper/spirituele vriend, die het ravenzwarte haar van de rockster verzorgde. Het zijn niet de minste figuren, maar ze bleken vrij eenvoudig te strikken voor een gesprek over de kolonel. Lammert: “De meesten stemden direct in. En bij sommigen was de belofte dat we een Hollands kaasje zouden meebrengen, voldoende om ze over de streep te trekken.”

Toerend door Nederland en Amerika schetsen de makers een beeld van Parker als gewiekste zakenman. Dat begint eigenlijk al in Breda, waar hij als kind optredens verzorgde met trekpaarden van de firma Van Gend en Loos, het bedrijf waar zijn vader werkte. De dieren waren stiekem door Dries gedresseerd en buurtkinderen mochten voor één cent naar hun kunstjes komen kijken. Ook ving de kleine Van Kuijk vogeltjes, die hij geel of groen verfde en daarna als kanariepietjes verkocht. “Iedereen trapte erin”, weet een Parker-kenner in de Brabantse stad.

“Breda werd eigenlijk al snel te klein voor een avonturier als hij”, vertelt Lammert buiten de podcast om in een interview met Rijnmond. “Met een vrachtschip vertrok hij op 15-jarige leeftijd al naar wat voor hem de stad van de vrijheid moet zijn geweest. Dat was Rotterdam.” Babs: “Hij woonde bij een oom in de Spanjaardstraat, in Rotterdam-West.” Lammert: “Soms was hij een paar weken spoorloos. En dan dook hij plots weer op. Hij was een beetje een rare kwast.” Babs: “We weten dat hij als parlevinker heeft gewerkt. En bij de Holland Amerika Lijn en de Spido. Wat ons wel verbaasde is dat zijn naam niet terug te vinden is op de passagierslijsten van de HAL. Hij moet dus op een andere manier naar Amerika zijn gegaan. Waarschijnlijk als verstekeling, op een vrachtschip dat aanmeerde in Halifax.” Lammert: “We zijn erachter gekomen dat hij wel drie keer een poging heeft gewaagd. En dat hij twee keer is teruggestuurd. Blijkbaar wilde hij héél erg graag naar The States.” Babs: “Zijn familie wist totaal niet waar hij uithing. Toevallig kwam zijn zus Nel erachter, toen ze na 25 jaar in een kapperszaak een foto van Elvis en zijn manager zag staan in een vrouwenblad. Verrek, dacht ze, dat is onze Dries!”

Lammert: “Voordat Parker in Amerika artiestenmanager werd, maakte hij carrière in de wereld van circussen en kermissen. Dat is bepalend geweest voor hoe hij Elvis later in de markt zette. The King was namelijk de eerste artiest met een complete marketingindustrie om zich heen. Met koffers, hoeden, kettingen, armbandjes; je kunt het zo gek niet bedenken. De Elvisfans vormden een grote markt, maar dan bereik je één groep niet: de mensen die niks van ‘m moesten hebben. Daar had Parker dus iets op bedacht. Naast ‘I Love Elvis’-buttons liet hij ook speldjes maken met ‘I Hate Elvis’. Zodat hij ook aan die groep geld verdiende. Superslim natuurlijk. Geniaal.”

Babs: “Hij heeft briljante dingen voor Elvis gedaan, maar er hing altijd een zweem van geheimzinnigheid om hem heen. Hij vertelde vrijwel niemand dat hij uit Nederland kwam. En interviews gaf hij nauwelijks. Dat hij in Amerika nooit een poging heeft gedaan om een paspoort aan te vragen, vinden we ook zo wonderlijk. Het is de reden waarom Elvis nooit optrad in het buitenland. Want ja, dan kon de kolonel niet mee…”

Een van de weinigen die erin slaagde om Colonel Parker ooit voor de camera te spreken, was de Nederlandse regisseur en cameraman Jorrit van der Kooij, die een documentaire over hem maakte. Van Kuijk was toen 84 jaar en Van der Kooij ontdekte hem achter een gokkast in Las Vegas, waarin hij onophoudelijk 25 dollar gooide.

“Hij sprak met een heel zwaar Rotterdams accent”, vertelt Van der Kooij in de podcast. “Dat vond ik verbazingwekkend, want hij kwam oorspronkelijk uit Breda. Maar hij heeft natuurlijk ook een tijd in Rotterdam gezeten. Ik vroeg hem of hij nog contact had met zijn familie in Nederland. En toen zei hij: 'Zij hebben hun leven, ik heb mijn leven.' En daarna deed hij alsof contact allemaal niet zo nodig was.”

Als Van der Kooij aan de onwetende Parker vertelt dat zijn zus is overleden, is het gesprek snel afgelopen. “Hij wimpelde mij af met een handtekening en ging daarna weer verder met gokken. Daaraan was hij verslaafd.”

Over het einde van de kolonel zelf memoreert hij: “In 1997 was hij kerstkaarten aan het sorteren. En in een keer hoorde zijn vrouw een bons op de grond. De kolonel had een beroerte gekregen en was gevallen. Ze hebben hem – nog aanspreekbaar - naar het ziekenhuis gebracht en daar is hij de volgende dag doodgegaan.”

Is Dries van Kuijk, alias Colonel Parker, wellicht als onveroordeelde moordenaar zijn graf in gegaan? Babs en Lammert willen niets over de finale van hun productie verklappen. “Dan moet je toch echt naar de podcast luisteren en kun je horen dat wij zelf heel erg heen en weer worden geslingerd op onze zoektocht naar het antwoord.”

“Er is ook heel veel muziek van Elvis in de podcast is verwerkt”, wil Babs nog kwijt. “Bekende, maar ook onbekende nummers. Daar krijgen we veel reacties op. Mensen zeggen: 'We dachten dat we alles wel kenden van Elvis, maar wat heeft die man toch veel verschillende nummers gemaakt.' Ik stond daar zelf tijdens de montage ook versteld van. Ik ben nog steeds niet zo’n grote fan van Elvis als Lammert, maar ik heb van Graceland wel een kerstbal met zijn afbeelding meegenomen. Die hangt hier thuis nu in de kerstboom.”

Wil jij ook landelijk en internationaal nieuws lezen op onze website? Dat kan!